Zoek resultaten 1. Het zoeken van ondergrondse kabels is afhankelijk van vele variabelen zoals:
- Grondsoort en samenstelling
- Grond vochtigheid
- Afstand t.o.v. de generator
- Afgeschermd door bovenliggende kabels
- Op een onder spannings staande kabel moduleren of een spannings vrije
- Aarding van de kabels aan beider uiteinden
- Modulatie frequenties
- Onder spanning staand belast of onbelast
- Ervaring
- Neven liggende kabels en/of metaal delen
- Boven liggende kabels en/of metaal delen.
- Enz. 2. Een groot aantal variabelen. In de praktijk betekend dit: Maakt de kabel spanningsvrij, aard aan beider kanten, ga niet meten als de grond doorweekt is. En probeer de afstand naar de generator zo kort mogelijk te houden.
3. Bovenliggende kabels in een kabel bed zijn een gegeven en daar zal geen enkel systeem beter doorheen komen afgeschermd blijft afgeschermd.
4. Overspraak is ook een gegeven maar met meerdere aansluitmethodes en frequenties is dit te verminderen.
5. Wat inzicht geeft is dat signaal in de open lucht al kwadratisch afneemt en dit afhankelijk van de vochtigheid van de grond verminderd tot vrijwel geen signaal. Je lost het niet op met heel sterk te gaan moduleren, je wint maar heel weinig en het resultaat is eerder averechts door dat alles mee gemoduleerd gaat worden en je overal een piep hoort.
6. Systemen met digitale displays enz. en analoge systemen geven geen winst is in de resultaten. Het is geeft gebruiksgemak. Beider moduleren analoog.
7. Kabelloop in de praktijk wordt een gleuf recht gegraven.
8. Diepte bepaling in de praktijk is een gleuf op dezelfde diepte gegraven, weet je eenmaal de diepte op een paar punten dan is dit over het algemeen voor de hele kabel. Maar de diepte van een kabel is in veel gevallen niet interessant de loop van de kabel des te meer.
9. En de aller belangrijkste: Kabels zoeken is ervaring. Veel verschillende frequenties en aansluitmethodes helpen hierbij.
Defect en Beschadiging bepalen De AAT4 bepaald alleen kabelloop, het zoeken en vinden van ondergrondse breuken en kortsluiting is een stappenplan:
1. Eerst wordt met de
GT30 de lengte gemeten tot aan de eerste fout. Tevens is dan bepaald of de kabel spanningsvrij is.
2. Hierna wordt de kabelloop bepaald met de
AAT4.
3. Dan met de
AIK5 de exacte locatie van de eerste fout meten.
4. Hierna wordt opnieuw gemeten met de
GT30 en indien noodzakelijk met de
AIK5 de volgende fout gelokaliseerd.